Zorgen afschaffing strippenkaart

Het ROCOV Utrecht maakt zich zorgen over de voorlichting aan het publiek over de komende afschaffing van de strippenkaart, volgende maand op 3 november. Er komen veel vragen van reizigers, die meer willen weten dan zij op internet of in de folders te weten kunnen komen.

Het ROCOV is vooral teleurgesteld over de slechte verkrijgbaarheid van aanvraagformulieren voor de persoonlijke kaart. Voor jongeren tot 12 jaar en 65+-ers is deze kaart nodig om voor de ‘leeftijdkorting’ in aanmerking te komen.

“Het is logisch dat Connexxion en GVU het liefst gebruik maken van moderne methoden, zoals internet, want dat voorkomt extra kosten voor het vervoerbedrijf,” zegt Jan van Leijenhorst, voorzitter van het ROCOV, “maar er zijn grote groepen reizigers die daar nog niet mee overweg kunnen. Als je niet weet hoe je een pasfoto moet opladen of met iDeal kunt betalen, wil je liever persoonlijk contact.”

Het ROCOV vindt dat de provincie en het BRU ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Beide overheden moeten als opdrachtgever van het openbaar vervoer in onze provincie Connexxion en GVU aansporen meer aan voorlichting te doen.

Het ROCOV vindt het absoluut onvoldoende dat er in de hele provincie maar één loket is waar mensen terecht kunnen voor papieren formulieren. “En dan ook nog op het busstation op Utrecht Centraal”, zegt Van Leijenhorst, “terwijl je in verband met de verbouwing eigenlijk zou willen voorkomen dat daar nog meer mensen heen komen dan voor het reizen en overstappen noodzakelijk is. Er is nog wel een mobiel busje, maar als je wilt weten waar dat komt, moet je dat opzoeken op internet.”

Er zijn ook goede voorbeelden. Sommige gemeenten, zoals Amersfoort, gebruiken de huis- aan-huis-bladen voor de voorlichting aan de eigen bevolking. Maar om aanvraagformulieren in het gemeentelijk informatiecentrum te krijgen, moesten bij Connexxion hemel en aarde worden bewogen. Dit kan per gemeente verschillen.

Het ROCOV zou graag zien dat Connexxion en GVU zich klantvriendelijker opstellen. Van Leijenhorst: “Zij zouden hun klanten als ondernemer moeten koesteren. Soms kost dat inderdaad geld, maar de kost gaat nou eenmaal voor de baat uit."